Een gezelschap van tegen de twintig mensen trekt op een mooie zomeravond de graanvelden in. En dit verschijnsel doet zich iedere week voor op de Doornik Natuurakkers. Boeren, burgers en buitenlui laten zich door Louis Dolmans de bijzonderheden over zijn werk vertellen. Hij wordt afgewisseld door Ineke Berentschot die deze wandelingen organiseert, zolang het graan nog op het land staat. Op de website wordt vermeld hoe lang ze nog doorgaan. In ieder geval nog op 19 en 26 juli, misschien nog op 2 augustus. Volgend jaar nieuwe kansen.
We lopen langs zomergerst. Ineke telt eens hoeveel stengels uit een zaadje gegroeid zijn en komt tot 25! Door minder dicht te zaaien stoelt het zaad meer uit en levert het meer opbrengst.
Het luistert allemaal heel nauw is de ervaring van Louis, de grond moet liefst wel vruchtbaar zijn, maar weer niet zo dat de graanstengel te hoog groeit en omvalt. Ganzen zien hun kans schoon omdat het gewas hen niet meer boven de kop groeit, dan voelen ze zich veilig, en weg is de oogst.
Het langst staan we bij de proefveldjes. Gele aren, bruine aren, rode aren. Sommige met baarden, dat zijn de lange haren aan de aren, andere zonder. Veertig rassen staan in kleine vakken. Een soort eenkoorn heeft Louis zelf vermeerderd uit de oorspronkelijke 13 korrels die hij kreeg. Hetzelfde is gebeurd met de 15 korrels spelt van Hoosterhof die hem in handen kwamen. Witte en bruine emmer, rivet dat aren heeft met echt grote korrels, Gelderse en Limburgse risweit. Zoveel soorten met allemaal hun eigen geschiedenis. Vaak zijn het oude rassen die dreigen te verdwijnen doordat tegenwoordig steeds dezelfde veredelde rassen worden gebruikt. Maar de oude zogenaamde ‘landrassen’ zijn de moeite waard om te blijven bestaan. Ze zijn aangepast aan lokale omstandigheden met grote verscheidenheid aan kenmerken. Ze zijn een bron van biodiversiteit en kunnen daarmee bijdragen aan verdere veredeling.
Louis werkt in een programma met andere telers. Het blijkt dat hetzelfde zaad op een andere bodem een anders smakend graan oplevert.
In een graanveld staan enkele kleine boompjes: de toekomst van de akkers. Als deze notenbomen groot zijn, zal hun opbrengst die van het graan overvleugelen, tezamen met die van de gewassen die in de schaduw van hun kruin gaan groeien. Hiermee probeert hij steeds meer de monocultuur te doorbreken. Goed voor de landbouw en voor de natuur.