Speurende roofvogels bespeuren

Zomer en winter vliegen ze rond, vaak letterlijk in het rond. In de open, wijde winterlucht trekken de roofvogels makkelijker de aandacht dan ’s zomers, ook omdat het er nu domweg meer zijn.

Veel roofvogels die in onze streken leven, blijven hier zomer en winter. Jonge vogels zoeken vaak verderop een eigen territorium, en hoe kouder het wordt hoe meer vogels naar wat zuidelijker streken trekken. Ze worden echter meer dan gecompenseerd door binnenvliegers uit Scandinavië en noord-Rusland. Want het jagen op prooi gaat altijd door: muizen of andere kleine zoogdieren als konijnen en vogels blijven ook in de winter actief. Gelukkig voor de roofvogels.

Buizerds en de rest

Buizerd – Foto: Martin Nolet CC

Roofvogels als de buizerd en ook de havik, sperwer, torenvalk en blauwe kiekendief houden zich voornamelijk op in gebied met bomen en open ruimte. Dat betekent dat het loont om in Waterrijk te kijken of in het gebied rond de Bemmelse Waard. Met de verrekijker liefst bij de hand.

De grootste groep vormen de buizerds. Het zomerbestand wordt ruimschoots overtroffen door de overwinteraars. Landelijk gaat het om 11.000-20.000 zomerse broedparen tegen 30.000 tot 50.000 overwinteraars. Plus nog eens enkele tienduizenden die, op doortocht naar nog zuidelijker landen, ons land aandoen. (Cijfers 2018-2020, SOVON)

Zelfs de blauwe kiekendief, een rode-lijst-soort waarvan landelijk slechts 12 broedparen geteld zijn (2018-2020), wordt in Lingezegen gezien. Maar alleen ’s winters, wanneer er enkele honderden in het land bivakkeren, en nog wat meer doorvliegers overkomen.

Blauwe kiekendief – Foto: Piet Munsterman CC

Jachttechniek

Roofvogels jagen vaak in vlucht, het terrein afspeurend, of ze draaien rond in een thermiek. Ze speuren vanaf een uitkijkpost, hoog in de boom of lager op een paal, zoals de buizerd vaak doet. Sommige bidden, zoals de torenvalk, doodstil hangend met minimale vleugelslag tot ze als een schicht neerstorten op hun prooi. Een sperwer valt aan in een verrassingsaanval door ongezien aan te komen vliegen van achter een haag en de blauwe kiekendief zoekt bij voorkeur laag over de grond vliegend zijn prooi. Maar niet alles is wat het lijkt, want soorten kunnen elkaars methodes gebruiken. Dat maakt het kijken naar roofvogels des te verrassender.

Margreet Jellema

 

Foto inzet: Martin Nolet – CC

Misschien vind je deze berichten ook interessant