Vlinders in de zomer en in de winter

Ze vliegen zelfs in november nog rond, fleurige zomervlinders, alsof het altijd zomer is. Met de komst van echt winterweer verdwijnen ze tenslotte en is het tijd voor de wintervlinders.

Deze vlinder poseerde voor me in De Park, tijdens onze verrassende ontmoeting half november. Het zachte najaarsweer voelde kennelijk te goed om in winterslaap te gaan. Meer vlinders verlengen hun vliegtijd in de warmere herfsten van de laatste jaren. Onder andere koolwitjes worden nog gezien en atalanta’s. Voor elke soort pakt de warme herfst anders uit.

Zomervlinders

Zolang er nog bloemen bloeien om nectar bij te halen, heeft de dagpauwoog de tijd om als het toch echt koud wordt een beschut plekje te zoeken in een kier of hoekje. Wordt het buiten warmer dan zijn ze er weer, als een van de eerste vlinders.

Het is te hopen dat het zachte weer niet heel vroeg in het voorjaar begint, wanneer er nog geen bloemen bloeien. Ook als de kou terugkeert hebben deze vlinders een probleem.

Atalanta’s hadden al naar het warme zuiden moeten vertrekken. Maar die moeite lijkt overbodig als het ook hier warm blijft. Wordt het dan toch koud, dan vinden ze weinig bloeiende planten meer voor een maaltje nectar. Dat wordt een riskante overwintering.

De koolwitjes zo laat in het jaar redden het vast niet meer om zich voor te planten, wat eigenlijk het doel is van een vlinder. Het is te veel gevraagd om in november nog de cyclus te voltooien van paren, eitjes afzetten, rupsjes die zich enkele weken groot eten tot ze zich verpoppen om te overwinteren,

Vorst

Kleine Wintervlinder – Kees Waterdrager – Creative Commons

Als in november de laatste zomervlinders tenslotte verdwijnen, komen de wintervlinders in actie. De kleine wintervlinder is de meest voorkomende soort. Alleen te vinden na zonsondergang met een zaklantaarn en een portie geluk. Op boomstammen, meestal eikenbomen, zitten groepen mannetjes met de vleugels recht omhoog geklapt. De vrouwtjes klimmen omhoog, vleugelloos als ze zijn, uit het strooisel aan de boomvoet. Na de paring klimmen ze verder, tot boven in de boom waar ze hun eitjes afzetten. De rupsjes komen uit als de bladeren uitkomen. Als ze groot zijn en zich verpoppen, overzomeren ze aan de voet van de boom, tot ze volgende winter als nieuwe vlinders tevoorschijn komen.

De massa rupsjes is bulkvoer voor jonge koolmeesjes. Tenminste, dat was zo. Doordat het voorjaar steeds vroeger begint, komen de rupsjes eerder uit. Maar de jonge koolmeesjes volgen het oude schema en hebben te weinig te eten.

Al met al blijken vlinders het lastig te hebben met verschuivingen van temperatuur. Dit maakt duidelijk hoe verfijnd de samenhang in de natuur is. En hoe kwetsbaar.

 

Margreet Jellema

Misschien vind je deze berichten ook interessant