Veldleeuwerik – Dier van de maand

De veldleeuwerik, een lyrische stijger

Foto inzet: Piet Munsterman

Het leuke van de veldleeuwerik is: als je hem ziet hoor je hem, als je hem hoort zie je hem. Ooit waren ze massaal te zien en te horen op het boerenland, maar nu vooral een nostalgische herinnering. Gelukkig vindt deze vogel in Park Lingezegen nog wel een leefgebied.

Het is een onopvallend bruin vogeltje. Maar toch is het herkennen van een veldleeuwerik niet moeilijk. Geen enkele andere vogel stijgt zo loodrecht op vanaf de grond, tot grote hoogte, onderwijl uitbundig zingend. Het mannetje probeert zo de aandacht van een vrouwtje te trekken, en trekt daarmee ook die van de mens. Ook bakent hij op deze manier zijn territorium af. Het diertje kan wel vijf minuten lang aan een stuk door zingen, zowel tijdens in- als uitademen. Door de lange broedtijd, waarin meerdere nesten elkaar opvolgen, is de veldleeuwerik tot aan augustus te horen.

Foto: Luuk Vermeer

Gevaren

Terwijl veldleeuweriken uit Scandinavië hier overwinteren, trekken de veldleeuweriken van hier naar het zuiden, vaak pas als de vorst invalt. Op hun tocht zuidwaarts dreigt gevaar: wettelijk verboden of niet, zangvogels worden er nog steeds bejaagd en opgegeten. In Parijs zouden in er 1839 meer dan 800.000 veldleeuweriken op de markt aangevoerd zijn. Dat aantal is nu niet eens meer haalbaar. Ons land kende toen, vooral langs de kust, de vinkenbanen. Met netten en lokvogels werden hier kleine trekvogels gevangen, en opgegeten. Ze zijn verboden in 1912.

Het is bijna niet voorstelbaar dat er nog maar 4% over is van de aantallen van een halve eeuw geleden. Wat klonk het toen veel levendiger rond de weilanden en akkers! Dat ook de andere vogels van het boerenland sterk in aantal afnamen draagt bij aan de ‘stilte’ waar we ons meestal niet eens bewust van zijn.

Het ligt zeker niet alleen aan de jagers. Wat de veldleeuwerik nodig heeft, namelijk een open landschap van akkers, bloemrijke weilanden, ruigtes, is bijna verdwenen door intensivering van de landbouw. De aanleg van kruidenrijke akkerranden door boeren en op de Doornik Natuurakkers, ondersteunt vogels in het vinden van voedsel. Hier groeien de zaden en leven de insecten om de jongen mee groot te brengen en zelf van te leven.

En omdat de veerkracht van de natuur groot is, krijgt ook de veldleeuwerik daardoor weer kansen. Dat laat Park Lingezegen zien, met name in Waterrijk en in buitendijkse gebieden bij De Woerdt. Hier vertonen ze weer een stijgende lijn.

Margreet Jellema

Misschien vind je deze berichten ook interessant