Oeverzwaluw-walhalla in Het Waterrijk

De opening van de nieuwe huisvesting voor oeverzwaluwen was zonder de bewoners. Die zijn nu ergens onderweg naar hun overwintergebieden in West-Afrika. Als ze in het voorjaar Het Waterrijk weer weten te vinden, dan staat daar de wand waarin vele tientallen met zand gevulde gaten hen volop nestplekken bieden.

De nieuwe wand staat in het zicht van fietsers en wandelaars op het Patrouillepad zuid, tegen Bergerden aan. Een torenvalkje besloot tijdens de opening, in het zicht van tientallen mensen op het pad, om zijn prooi op de muur te verorberen. Ook voor de oeverzwaluwen zal het voorbijtrekkende fietsverkeer geen hinder geven: de afstand is groot genoeg om de vogels hun eigen gang te laten gaan, maar is niet te groot om passanten het af- en aanvliegen van vogels bij de gatenmuur te laten beleven. De insecten om hun jongen te voeden vangen ze al vliegend boven het bloemrijke grasland om de wal heen en het rietmoeras er vlak naast.

Koos Dansen van Vogelwerkgroep Arnhem schetst de bijzonder goede ontwikkeling van vogels in Het Waterrijk. Baardmannetjes, roerdompen, woudaapjes en nog veel meer zijn al gezien, en ook oeverzwaluwen, de kleinste zwaluwensoort. Het ontbreekt hen echter aan geschikte broedplaatsen. De natuurlijke broedplek voor een oeverzwaluw is een steile wand die ontstaat door afslag van een rivieroever. Tegenwoordig hebben rivieren niet meer die vrijheid hun bedding te veranderen en ontstaan er dus geen broedplaatsen voor oeverzwaluwen. Een berg grond voor werkzaamheden kan tijdelijk uitkomst bieden, deze betonnen muur langdurig.

Maar wanneer de mens de natuur een handje wil helpen, dan vraagt dat vaak heel wat handjes. In de natuur is het zo handig geregeld: een rivier schuurt bij het volgende hoogwater de wand schoon en spoelt de holen leeg. De nestholtes zijn weer vrij van parasieten en klaar voor nieuw gebruik, of de vogels graven een nieuw tunnelhol. Nu is een ploeg vrijwilligers nodig om handmatig ieder jaar het zand in al die buizen te verversen voordat de zwaluwen terugkomen. Vogelwerkgroep Arnhem heeft dit op zich genomen.

De hand van de mens is er ook verantwoordelijk voor dat er tegenwoordig te weinig insecten zijn om de jongen mee groot te krijgen, zodat de oeverzwaluwen minder eieren per nest leggen dan vroeger. Nu 2 of 3 in plaats van een stuk of 5, 6, zo valt te leren van de sprekers op het Patrouillepad. Oeverzwaluwen, de kleinste soort zwaluwen, die sierlijk door de lucht zwenken, zullen hopelijk komend voorjaar de wand weten te vinden. Goed voor de zwaluwen en fijn voor de mensen die de drukte rond de nesten rustig kunnen gadeslaan.

Margreet Jellema

Misschien vind je deze berichten ook interessant