Leven in de onderste helft

Wie in de herfst wat zien wil, die gaat op de knieën en kijkt en woelt wat in de grond, kijkt nog wat langer en ziet dan nog meer.

Het wordt herfst en de natuur lijkt wat minder levendig te worden. Maar hebben wandelaars door de bossen en graslanden van Park Lingezegen door dat ze maar de helft zien van wat er leeft? De onzichtbare helft zit onder de grond.

In goede natuurgrond kunnen op 1 m2 wel 100.000 bodemdiertjes leven die met het blote oog te zien zijn. Dit is grond zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen waarin niet is gespit, want dit gooit het bodemleven helemaal overhoop.  Dit zijn onvoorstelbaar veel diertjes, die hard nodig zijn om de bodem luchtig en vruchtbaar te houden.

Ik ben al blij als ik in een flinke kluit een fractie aantref van wat zou kunnen. Maar dat maakt het niet minder leuk om ze op te sporen. Wormen, pissebedden, kevertjes, spinnen, duizendpoten, miljoenpoten, larven en, hé, een pad. Die dacht rustig onder een stuk hout de winter door te komen. Verstoord schuift hij wat heen en weer, dus snel weer de afdekking teruggelegd en hem een goede winterrust toegewenst. Een loepje, vergrootglas of loeppotje erbij helpt om de bodemdiertjes goed te zien. Met een zoekkaart is de naam te vinden. De app Obsidentify is ook nuttig.

Het is een wondere wereld, net onder onze voeten, die ook in de winter rustiger wordt. Netals bovengronds. In de Bodemdierenweek, begin oktober, hebben duizenden mensen gekeken naar wat er leeft in de bodem bij hen in de buurt. Dit is niet alleen leuk rond dierendag, maar altijd. Wie wil kan de gevonden soorten altijd doorgeven. Dan tellen ze mee in het overzicht van bodemleven in Nederland. Geef de gevonden soorten door via het invulformulier op de website van bodemdierendagen. Op deze site is ook een zoekkaart te downloaden.

Zorg er voor dat de diertjes na afloop weer terugkomen waar ze thuishoren.

Margreet Jellema

Misschien vind je deze berichten ook interessant