Lentegebroed

Het staat weer te gebeuren: Lente en dus het broedseizoen van vogels.
Koolmeesjes en pimpelmeesjes inspecteren de broedhokjes al weer, in bos of park, aan de muur in de tuin of op een balkon. Ze voelen zich overal thuis waar voedsel voor de jongen te vinden is. Insectjes dus. Het kan best zijn dat hetzelfde paartje als vorig jaar weer in het verblijf trekt.
Andere soorten komen straks terug uit hun warme winteroorden, zoals zwaluwen en visdiefjes.
Park Lingezegen biedt hen vele mogelijkheden, voor elke soort wat wils, kan je zeggen.
De rietgors en de kleine karekiet kruipen weg tussen riet en ruigte van moerassige gebieden. Tureluur, grutto en graspieper houden van vochtige graslanden, terwijl de kievit, scholekster, veldleeuwerik en gele kwikstaart een droog grasland prettig vinden, of een akker.
De buizerd, steenuil en patrijs houden meer van een kleinschalige combinatie van bomen, akkers en struiken om hun jongen uit te broeden en groot te brengen.
Er is ook voor vogels nogal wat veranderd in Park Lingezegen de afgelopen tijd. Voor sommige soorten zijn er nieuwe mogelijkheden ontstaan, andere zullen voortaan liever doorvliegen. Meer moerasvogels. (Nog) minder weidevogels.
Intensieve landbouw heeft een moeilijke relatie met broedende vogels in weiland en akker. Een antwoord daarop is de aanpak van Doornik Natuurakkers: veel heggen en brede randen met bloemen en braakstroken rondom de akkers. Vogels vinden hier niet alleen nestplekjes, maar ook voldoende voedsel voor de jongen.

Beleef de lente

Ik ga het zien! Niet in het riet of op de akker. Daar waag ik me niet. Niet in het grasland waar het verdraaid uitkijken is om geen kievitsnest kapot te trappen, want de ouders hangen zo luid tetterend in de lucht mijn aandacht af te leiden, dat ik niet in de gaten had bijna op hun eitjes te staan, ergens tussen de grassprieten.
Nee, ik schakel de website www.beleefdelente.nl in, waarop de Vogelbescherming webcambeelden toont van negen vogelbroedplaatsen. De eerste paren zijn al op honk, de meeste moeten nog aankomen. Van de hoogtepunten die geweest zijn, wordt een samenvatting gegeven. Hebben ze het al gedaan?
Twee camera’s laten het inwendige en uitwendige nest zien. Ook een microfoon doet mee, merkte ik toen uit mijn laptop heel vreemd gerommel en geknor klonk. Tussen alle geopende sites bleek ook die van de kerkuilen nog aan te staan. De communicatie van twee kerkuilen is niet zomaar thuis te brengen als communicatie tussen twee kerkuilen. Urenlang staat er een stil op een poot met dichtgeknepen ogen, in de grote witte rand, en dan scharrelen ze rond en beleef ik het mee.
Ook Staatsbosbeheer opent in maart twee webcams. De oehoe wordt gevolgd en een dier dat pas in maart bekend gemaakt wordt. Filmpjes van vorige jaren met ook andere dieren zijn op hun website nog te zien.
Het kan overigens nog net: zelf nestkastjes ophangen rond huis. Veel vogels zijn nog op zoek naar een plekje.

Margreet Jellema,
Bureau De Knotwilg

Foto: Koos Dansen, een nestkastje vol jonge pimpelmezen

Misschien vind je deze berichten ook interessant