Het zit in ‘t riet maar je ziet het (bijna) niet.

Riet is meer dan een in de winterzon goudgeel oplichtende rand hoge stengels of geheimzinnig wit berijpte pluimen tegen een blauwe vorst lucht. Het is meer dan alleen mooi. Zoals alles in de natuur, bestaat riet niet voor zichzelf alleen.

Riet is meer dan een in de winterzon goudgeel oplichtende rand hoge stengels of geheimzinnig wit berijpte pluimen tegen een blauwe vorst lucht. Het is meer dan alleen mooi. Zoals alles in de natuur, bestaat riet niet voor zichzelf alleen.

Vogels en riet is een bekende combinatie. Deze rietspecialisten, die wegkwijnden in een steeds meer drooggelegd land, hebben snel de luchtweg naar Lingezegen gevonden, waar omvangrijke rietvelden zijn aangelegd. Ze vinden er wat hun hartje begeert: flink wat overjarig riet, wat drabbige grond en stukjes open water.

In Waterrijk-Oost en west of De Rietzanger, net boven Bemmel langs de Betuwebaan, en in  de uiterwaarden van Bemmel overwinteren ze. Maar ook in rietkragen langs sloten zijn sommige soorten te vinden.

Vogels in het riet

Zo eentje is de roerdomp. De best grote, lompe vogel doet bij gevaar alsof hij riet is. En dat werkt. De bruine-witte strepen die over het lijf doorlopen tot in de hals, bieden door kleuren en patronen een perfecte camouflage in het bruin-verdorde winterriet. Ik vraag me af hoe goed dit werkt in groen zomerriet. Gelukkig hoempen ze met het timbre van een misthoorn en zo is een (mannetjes)roerdomp toch niet te missen, al zijn ze in de winter wat stiller dan in het voorjaar.

CC Hennie Cuper

Baardmannetjes zijn te vinden tot in rietkragen langs sloten toe. De zwarte bakkenbaarden langs het lichtgekleurde koppie van het mannetje maken meteen duidelijk welke vogel het is.

Nog eentje: de waterral. Deze laat zich niet snel zien maar scharrelt soms, kop vooruit gestoken, ergens rond.

Ook huis-, tuin- en keukensoorten als kool- en pimpelmezen en winterkoninkjes zijn te vinden in het riet. Ze hakken in de stengels op zoek naar insecten die daar dachten te overwinteren.  Net als de baardmannetjes is hun spijsverteringsstelsel ’s winters zo omgebouwd dat het in plaats van zomerse insecten nu zaden en bessen kan verteren. En mussen peuteren zaden uit de rietpluimen.

Riet zit vol leven, ook in de winter.

 

Het netwerk van draden dat jong aangeplant riet doorkruist, maakt misschien een gekunstelde indruk, maar het werkt wel: vogels zoals ganzen, die graag jonge rietscheuten eten, kunnen niet landen op de kleine stukjes grond die open blijven tussen de draden. Hierdoor kan het riet zich ontwikkelen en zijn de draden na enige tijd niet meer nodig.

Margreet Jellema

Misschien vind je deze berichten ook interessant