Grondeigenaren: van frustraties naar voorzichtig vooruit kijken

‘Ik heb veel frustratie geproefd. Vaak is land al generaties in de familie, onteigening is dan een emotioneel proces. Dat doet mij als boer ook pijn. Een zak met geld maakt dat niet altijd goed. Dat moet begrepen worden. Maar het park is een voldongen feit. En dat biedt ook kansen. De heer Tilleman is daar het voorbeeld van.’

Avondvoorzitter Henk Mulder, voorzitter LTO-Noord afdeling Oost-Betuwe, vat meteen de kern van de avond samen. Op uitnodiging van LTO-Noord en Park Lingezegen kwamen op 4 maart enkele tientallen agrariërs en grondeigenaren naar loonbedrijf Tilleman om te praten over Park Lingezegen. Het projectbureau Park Lingezegen was vertegenwoordigd, door de voorzitter van het Algemeen en Dagelijks bestuur (mevrouw Josan Meijers), evenals de gemeentes Lingewaard (wethouder Theo Janssen) en Overbetuwe (wethouder Wijnte Hol). Wessel van Olst (Landwinkel De Woerdt) en Roelf de Boer (Agrarisch Natuurvereniging Lingestreek) waren uitgenodigd om te helpen denken over kansen.

Onbegrip

Park Lingezegen: bij veel boeren en grondeigenaren roept dat veel gevoelens van onbegrip op, boosheid zelfs. Er is agrarische grond gekocht en ingericht als park. Sommigen hebben zich daarbij inmiddels neergelegd: oké, het park is er. Maar dan moeten we wel ontwikkelmogelijkheden krijgen. Veel agrariërs voelen zich door de overheid alleen maar op verschillende terreinen belemmerd: door onder andere eisen gesteld aan dierenwelzijn, de PAS, diverse bestemmingsplannen en infra-projecten – en nu ook door het park.

Bovendien worden lokale ondernemers niet voldoende betrokken, wordt genoemd: loonwerkers en onderaannemers voor projecten en werkzaamheden komen soms van ver buiten de regio. We zijn geen doel, maar een middel, vindt iemand. Dat is een gemiste kans. Park Lingezegen wordt nu een importpark, en is niet meer van ons. Ook de vertegenwoordiging door LTO is afgelopen jaren tekort geschoten, wordt gezegd.

Waarom een park?

Gedeputeerde Josan Meijers wil graag toelichten  waarom ze achter Park Lingezegen staat. ‘Arnhem en Nijmegen groeien naar elkaar toe, het tussenland verrommelde. Daarom werd gezegd: laten we een landschapspark maken als groene buffer met plaats voor allerlei functies. Daar kon ik alleen maar ja tegen zeggen.’

Park Lingezegen is tot stand gekomen door een democratisch proces, dat bovendien onomkeerbaar is. Het is goed om vanavond alle frustraties uit te spreken, vindt iedereen. Maar het is ook belangrijk om vooruit te kijken. Waar liggen kansen? Dat leidt niet bij iedereen meteen tot gejuich. Velen willen gewoon agrariër zijn.

Landwinkel

Toch ontstond in de loop van de avond ook ruimte om na te denken over kansen die het Park met zich meebrengt. Wessel van Olst van Landwinkel De Woerdt vertelt zijn verhaal. Hij heeft ook een haat-liefdeverhouding met het park, vertelt hij. Verder uitbreiden is eigenlijk niet meer mogelijk, de  laatste vijf geschikte hectaren in de buurt van het fruitbedrijf werden bestemd tot natuur. Binnen zijn gecombineerd bedrijf van fruitteelt en een Landwinkel moet hij nu wel meer accent leggen op die laatste. Door een toenemende stroom bezoekers in Park Lingezegen, ligt er ook weer een kans. Er is daarbij veel samenwerking met de parkorganisatie: bij het realiseren van een klompenpad, de peilbuis, het parkmeubilair. En die vijf hectaren grond kan hij in de toekomst misschien wel beheren en in aanmerking laten komen voor de vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Parkbezoekers willen ook landbouw

Ook Roelf de Boer van ANV Lingestreek heeft ideeën. Hij vindt dat er meer agrarische kennis moet richting parkorganisatie en gebruikersraad. Zodat we kunnen anticiperen: er komen mensen naar Park Lingezegen, die willen niet alleen bos, maar ook landbouw, met struinpaden en andere voorzieningen. Boeren kunnen daarvoor zorgen, natuurlijk financieel gedekt. Hetzelfde geldt voor agrarisch natuurbeheer. Er zijn gebieden aangewezen waarvoor nu beheersovereenkomsten met het collectief Rivierenland gesloten worden. Relatief kleine kansen, maar ze zijn er wel.

Ook de Hooglanders van Staatsbosbeheer passeren nog even de revue. Dat kunnen ook lokale koeien zijn. Iemand vertelt dat hij zijn Lakenvelders al in het park heeft lopen. Dat moet meer kunnen. Meijers kan geen toezegging doen, maar geeft aan dat er samenwerking is met Staatsbosbeheer en ziet zelf ook het idee wel zitten.

Onderhoud

En hoe zit het met onderhoud? Voor de heringerichte stukken van Park Lingezegen is middels een fonds voor 30 jaar in het beheer voorzien. Het zou mooi zijn als daarbij de omgeving betrokken kan worden en het werk in het gebied kan blijven. Dat kan door toe te werken naar kleinere werkpakketten die door lokale ondernemers worden uitgevoerd. Ook de gemeenten zijn bereidwillig. Zij zijn ook aan aanbestedingsregels gebonden, maar proberen waar mogelijk lokale ondernemers uit te nodigen bij aanbestedingen. Er wordt op dit moment een lijst met lokale aannemers opgesteld. Eén en ander gaat niet van vandaag op morgen, maar de gemeenten zijn er wel mee bezig.

Deuren staan open

Het is goed dat we elkaar gezien hebben, besluit Josan Meijers de avond. Aan het begin van de avond overheerste vooral de boosheid, constateert ze. Later kwamen partijen iets meer naar elkaar toe, ook al delen niet alle aanwezigen dit gevoel. ‘Maar we kennen nu de weg naar elkaar.’ En ook de gemeenten, het projectbureau en de gebruikersraad geven aan dat de deur openstaat.

Misschien vind je deze berichten ook interessant