Fladderaars

vlinders in park Lingezegen

Nu vliegen ze weer. Maar toen ze al in maart tevoorschijn kwamen en even later overvallen werden door invallende vorst, waren ze snel weer terug in hun veilige overwinterplekjes. Met warme zon, weinig wind en weinig bewolking fladderen vanaf april fleurige vlinders rond als bloemblaadjes. Het hele seizoen door verandert de samenstelling van deze fladderaars, let maar eens op.

Overwinteren

Het zijn vooral de kleine vos, citroenvlinder, dagpauwoog en gehakkelde aurelia die direct op de proppen komen als het warm wordt. Ze brachten als volwassen vlinder de winter door in een veilig hoekje of gaatje, en hoeven alleen maar hun vleugels uit te slaan om er te zijn. Voor vlindersoorten die overwinterden als rups of pop of eitje duurt het wat langer voor we ze zien. Ze moeten nog een deel van de lange weg afmaken waarvan de eindfase die van een vlinder is. Maar onderhand vliegen ook de blauwtjes (icarus- en boomblauwtje) en witjes (groot, klein of geaderd koolwitje). De pinksterbloemen staan er weer en ook de oranjetipjes vliegen rond. Een vaste combinatie, die twee. Deze soorten hebben als pop overwinterd, goed beschermd tegen kou en uitdrogen. In die pop speelde zich een wonder af. Wie snapt het hoe een rups omgevormd kan worden tot vlinder? Uit dezelfde moleculen ontstaat een totaal ander dier. Dat vliegt uit als vlinder met als enige taak in het leven: partner zoeken, paren en eitjes leggen. Dat ze ondertussen ook wat bijdragen aan de bestuiving van bloemen is mooi meegenomen. Voor hun gefladder hebben ze energie nodig. Die halen ze uit de nectar van bloemen, met hun roltong die kort kan zijn maar bij sommige soorten wel 15 cm lang. Zo komen ze aan de energie gevende suiker en ook een beetje vitaminen en eiwitten die het vrouwtje nodig heeft om haar eitjes te maken.

Generaties

We zien niet de hele zomer door dezelfde vlinders. Het oranjetipje bijvoorbeeld, piekt heel toepasselijk rond Koningsdag en verdwijnt de weken daarna weer uit beeld. De meest algemene soorten vliegen maandenlang doordat de generaties elkaar opvolgen, zoals bij de kleine vos. De in de zomer geboren generatie leeft één tot twee maanden, maar de tweede generatie wel tot een jaar, inclusief de winter. De citroenvlinder kan een jaar oud worden. Andere vlinders die best oud worden zijn de atalanta en distelvlinder, die in de winter wegtrekken naar Zuid-Europa. Een nieuwe generatie trekt in het voorjaar naar het noorden, waar ze een nieuwe generatie voorbrengen die vervolgens weer naar het zuiden vliegt. Soms blijft de atalanta hier overwinteren, wat slagen kan als het een zachte winter is. De overwinteraars hebben het slecht gehad toen ze in maart uitvlogen en de vorst inviel. Daar kunnen atalanta’s net niet tegen. Eens afwachten of ze dit jaar weer de meest waargenomen vlindersoort worden.

Door Margreet Jellema

Misschien vind je deze berichten ook interessant