Doorleven in de winter

De stilte is overal in de vrieskou onder de onbeweeglijke, grijze lucht. Enkele eenden, meerkoetjes en een fuut dobberen in de Rijkerswoerdse Plassen, een pimpelmees zit even in een els, maar veel meer leven is er niet te ontwaren op deze januaridag. Ik weet het, het is er wel: kikkers zitten in de modder, padden onder de grond en egels in een berg bladeren weggekropen. Het komt allemaal wel weer, straks, als de dagen langer en warmer worden.
Maar eigenlijk weet ik niet half hoeveel leven me omringt. Het is overal om me heen in dit wild begroeide gebied. Hoeveel eitjes, larven en imago’s (volwassen insecten) overwinteren in de kale bomen en struiken en in de ruigte om me heen? Héééél erg veel. Van héééél erg veel verschillende soorten. Wij weten ze niet te vinden, maar pimpelmezen zijn daar heel goed in. Je ziet ze met hun snaveltjes langs takken schuren om er de eitjes, larven en poppen te verschalken. Vooral de oksel van takken lijkt een goed plekje. Ze weten ook dat ze in holle stengels dit voedsel kunnen vinden en hakken er op goed geluk gaatjes in. Of ze scharrelen, net als veel andere vogels, onder de losse bladeren en takjes die ook een goed plekje bieden voor insecten. De een z’n dood is de ander z’n brood.

Een insectenhotel biedt als je het zo bekijkt een heel veilig onderkomen. In een buitenomgeving die al te netjes is opgeruimd, is het voor veel insectensoorten een mogelijkheid om toch de winter door te komen. Afhankelijk van de doorsnee van de holle takjes en van aanwezigheid van andere materialen, zoals op elkaar gelegde stenen, verblijven hier onder andere solitaire bijen en lieveheersbeestjes, met z’n allen op een kluitje om warm te blijven. Ook worden er eitjes en larven achtergelaten.
Maar hoog gras, ruigte, losse aarde, kortom, niet netjes opgeruimde natuur, is wat echt helpt. En insecten helpen de natuur. Ze zijn onmisbaar als opruimers van bladeren, waarmee ze de bodem verrijken met voedingsstoffen. Ze eten plaagdiertjes, en vormen ook wel zelf de plaag als er geen natuurlijke vijanden zijn. Natuurlijk evenwicht is nodig. Ze zorgen voor bevruchting al rondvliegend van bloem tot bloem. Ook Park Lingezegen kan niet zonder deze kleine hulpkrachten. Een beheer waarin ruimte is voor ruigte met dode planten is voor deze diertjes een zegen.
Voor wie geïnteresseerd is in mogelijkheden om zelf wat te doen aan het versterken van natuur voor insecten, met name bijen, is er een informatieavond van de gemeente Overbetuwe op 29 januari in De Bongerd, Flessehals 54, Heteren. Zie de agenda op deze website, of www.landschapsbeheergelderland.nl,  ook voor advies buiten deze avond om.

Margreet Jellema,
Bureau De Knotwilg

Misschien vind je deze berichten ook interessant