Landschap op de schop en onder vuur

Er wordt overduidelijk gewerkt aan het landschap van Park Lingezegen. Overal in het gebied zie je graafwerkzaamheden en landschap in beweging. Ik denk dat Arnhem, de Betuwe en Nijmegen er uiteindelijk heel lang plezier van gaan hebben. Niet alleen omdat Park Lingezegen een groene buffer is tussen Arnhem en Nijmegen, maar ook omdat het landschap vaak aan kwaliteit wint als er over wordt nagedacht.

 

Dat nadenken over en ontwerpen van het landschap is in de afgelopen halve eeuw op veel plaatsen gebeurd, bijvoorbeeld in ruilverkavelingen, landinrichtingsprojecten en reconstructiegebieden. In combinatie met een goed georganiseerde ruimtelijke ordening heeft dat ervoor gezorgd dat het landschap in de loop van de tijd weliswaar vaak grootschaliger is geworden, maar nog steeds zeker de moeite waard.

 

Maar Park Lingezegen is misschien wel één van de laatste gebieden in Nederland waar op deze schaal een nieuw ontworpen landschap wordt gecreëerd. Langzamerhand wordt die Nederlandse traditie overboord gezet. Ruimtelijke ordening op nationale schaal en in zekere mate op provinciale schaal, is steeds minder sturend en wordt vooral gestuurd door de roep om economische groei. En sinds de decentralisatie van het natuurbeleid onder leiding van Bleker is officieel geen overheid meer verantwoordelijk voor het landschap. Het rijk heeft het losgelaten, en het is aan provincies en gemeenten om het al dan niet op te pakken. Dat gebeurt in meer of mindere mate. Dat zien we bijvoorbeeld bij de Nationale Landschappen; in de ene provincie geeft men er een vervolg aan, in de andere niet.

 

Het betekent hoe dan ook dat er op nationaal niveau niet meer aan concepten of ideeën voor landschappelijke ontwikkeling wordt gewerkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de wijze waarop we het deltaprogramma combineren met ruimtelijke kwaliteit, of de wijze waarop we met de noodzakelijke energietransitie omgaan.
Vorige week hoorde ik dat landschaft en landscape afkomstig zijn van het woord landschap. Van oudsher hebben we dus gevoel bij het landschap. Gaan we dat nu langzamerhand overboord gooien?

 

Des te meer reden om Park Lingzegen te waarderen als landschapspark. Al begrijp ik dat de waardering in de loop van de jaren pas zal gaan toenemen, omdat we nu nog vooral hopen grond zien.

 

 

Rob Janmaat

 

Op 20 juni organiseert Landwerk een midzomerlandschapsdebat in het kader van de Landschapstriënnale Lingezegen. Meer informatie is te vinden op:   http://landwerk.nl/evenement/midzomerlandschapsdebat/

Misschien vind je deze berichten ook interessant