Blije bijen, blije mensen

Wuivend gras rijkelijk bespikkeld met veelkleurige bloemen. Daar fleurt een mens van op. En het doet ook de bij goed, en daarmee alle andere insecten.
Als je er op een zonnige dag een tijdje bij gaat zitten, zie je de hommels en bijen rond zoemen, fleurige vlinders fladderen van bloem naar bloem, vogeltjes schieten er overheen op zoek naar insecten of zaden. Zoals puttertjes die paardenbloemknoppen, besjes of zaden van distels of teunisbloem oppikken en ook insectjes opnemen in hun menu. Na nog wat langer kijken zie je steeds meer kevertjes over de grond krabbelen, mieren tegen de steeltjes oplopen, en heel veel andere kleine diertjes rondkrioelen waarbij je niet eens een naam kan bedenken. Langzaamaan dringen meer vogelgezang en -getjilp tot je door. Bloemrijk grasland barst van het leven.

Waar heel bewust bloemen gezaaid worden om insecten te lokken is rond de Natuurakkers van Doornik. Daar dragen ze direct bij aan een gezonde teelt van granen doordat de bewoners van de akkerrand plaagdieren uit het gewas eten. Dit is een van de vele nuttige kanten van insecten. Dat ze belangrijk zijn voor bestuiving van bloemen is een andere en zeker niet onbelangrijke kwaliteit. Want hoe komen we anders aan onze appeltjes, en de rest van ons eten?
Het wordt steeds duidelijker hoe moeilijk die belangrijke insecten het hebben om voedsel te vinden. Het is een van de redenen waardoor ze sterk achteruitgaan. Plekken waar spontaan wilde bloemen bloeien verdwijnen onder druk van efficiënte landbouw en de drang naar ’netheid’ in het openbaar groen. Daarom is het van groot belang om in Lingezegen wel ruimte te laten voor de wilde bloemengroei, waar nectar en stuifmeel te halen vallen voor de vele soorten vliegjes, vlinders, torretjes en de bijen – honingbijen en tal van wilde bijensoorten – en nog heel veel andere insectensoorten. En die dienen als waardplant waar de jonkies zich groot van eten.

Op de vele plaatsen waar de afgelopen tijd gewerkt is aan de aanleg van paden en watergangen in het Park, is kale grond achtergebleven die komende zomer fleurig gaat bloeien. Bijvoorbeeld de stukken aan de buitenkant van het Romeins Circuit in De Park, waar volgend jaar boomgaarden komen. En het grote binnenterrein waar vee gedacht is. Ook de kleinschalige parken die hun voltooiing naderen krijgen, in ieder geval deels, bloemrijk grasland. Het gaat om de Poel aan het Kattenleger, de Bredelaar aan de Breedlersestraat en de tuin bij de Elsterbrug.
Het hangt er wel vanaf of er vooral eenjarige soorten gezaaid zijn, die snel en vol bloeien, zoals klaproos, kamille, klavers en vogelwikke, of meerjarige, die zich vaak in het eerste jaar nog ontwikkelen en daarna jarenlang doorbloeien, zoals lupine, margriet, grote kaardebol en teunisbloem.

Door maaibeheer worden bermen en andere stukken met ‘groen gras’ tot grotere variatie gestimuleerd. Niet te vaak maaien, mogelijk tweemaal per jaar, en het maaisel afvoeren is dan de methode. De gemeente Overbetuwe past dit toe onder andere op delen van de berm langs het RijnWaalpad, en ook elders in de gemeente wordt in pilots gekeken hoe bloemrijk gras zich ontwikkelt. Dit blijft spannend want de uitkomst is niet echt te voorspellen. Wie weet slaan op plekken waar kleurige bloemen gezaaid zijn de distels toe, waar boeren niet blij van worden omdat het pluiszaad naar hun land waait. Al doende leert men en straks bloeit er een rijk leven op in de bermen en grasvelden van Lingezegen waar iedereen blij mee is, bijen en mensen.

Margreet Jellema,
Bureau De Knotwilg

Misschien vind je deze berichten ook interessant